Lourdes

Pater Ravier, pater jezuïet uit Lyon, schreef eens: “Bij de gezegende grot nodigt de H. Maagd ons namens haar Zoon uit tot de bekering van het hart en tot de hoop op de vergeving. Zullen wij naar Maria luisteren?”

Spreken over de betekenis van de verschijningen van O.L.Vrouw in Lourdes, dat is de geschiedenis van deze verschijningen oproepen – een mooie geschiedenis die men niet moe wordt te horen en te herlezen -, het is ook spreken over de boodschap gegeven door de Moeder van God – de woorden zowel als het verloop zelf van de verschijningen vormen een boodschap om te overdenken -, het is tenslotte spreken over Bernadette de vertrouwelinge van O.L.Vrouw, die als eerste deze boodschap heeft beleefd. We zullen het chronologische verloop van de verschijningen volgen, om er de betekenis van te ontdekken. We zullen dan zien dat Lourdes een catechismus is, gegeven door de beste catechiste, onze Moeder uit de Hemel.

De Boodschap van Lourdes…

11 februari 1858 is een koude en sombere donderdag. Er is geen hout meer in het hok om het vuur aan te steken. De takkenbossen die men gisteren vergaard heeft diende om een beetje brood te kopen. Bernadette biedt zich bij haar moeder aan om met haar zusje Toinette droge takken te gaan verzamelen aan de oever van de rivier de ‘Gave’. Een buurvrouw, Jeanne Abadie, Baloum genaamd, vergezelt hen. Op die dag is het, dat O.L.Vrouw in het leven van Bernadette komt: “Ik zag een in het wit geklede Dame, Zij droeg een witte japon een blauwe ceintuur en op iedere voet een gele roos, in de kleur van de ketting van haar rozenkrans. Ik wilde het kruisteken maken (…) de Dame nam de rozenkrans die Zij in haar handen hield en Zij maakte het kruisteken; toen heb ik voor een tweede keer geprobeerd het te doen en ik kon het. Zodra ik het kruisteken gemaakt had verdween de grote schrik die ik voelde. Ik knielde neer. Ik bad mijn rozenhoedje, terwijl ik nog steeds deze Dame voor ogen had. Zij liet de kralen van het Hare door haar vingers glijden, maar Zij bewoog haar lippen niet. Na het rozenhoedje gebeden te hebben, gaf Ze mij een teken naderbij te komen, maar dat heb ik niet gedurfd, ik ben steeds op dezelfde plaats gebleven. Toen verdween Zij”. Op zondag 14 februari voelt Bernadette zich gedrongen om naar de grot terug te keren. Een twaalftal meisjes gaat met haar mee. Daar aangekomen knielt Bernadette. Na het tweede tientje komt de Dame terug; “ik begon wijwater naar Haar te gooien terwijl ik Haar zei te blijven als Zij van God kwam en anders weg te gaan”. De verschijning glimlacht. Bernadette geraakt in extase. Een van de eerste lessen van de gebeurtenissen van Lourdes is het geloof in de Voorzienigheid, in de bescherming van de H. Maagd.

Monseigneur Théas, bisschop van Lourdes in de tijd van het eeuwfeest van de verschijningen schrijft: “Van het doopsel tot aan haar dood is Bernadette op mysterieuze wijze gegrepen door de Onbevlekte Maagd, die in de kleine inwoonster van Lourdes de heilige vormt, een zeer grote heilige. Lang voordat zij haar naar Massabielle riep, had Onze Lieve Vrouw Bernadette bekeken en uitgekozen. Is de naam Marie-Bernard, die de doopnaam van Bernadette was, niet het teken van deze uitverkiezing? Discreet en stilletjes omgeeft de Onbevlekte Bernadette…”. Bernadette werd geboren in het bisdom Tarbes waar, op aansporing van monseigneur Laurence, de Mariaverering buitengewoon in ere gehouden wordt. Onze Lieve Vrouw laat Bernadette geboren worden in de schaduw van het kasteel van Lourdes dat sinds de tijd van Karel de Grote goed en bloed gaf in onderworpenheid aan O.L.Vrouw van Puy, in een parochie die de oeroude verering voor het Onbevlekt Hart van Maria heeft en waar de congregatie van de kinderen van Maria zich onderscheidt door haar aantal en de kwaliteit van haar leden.

Werk aan uw heiliging

Men kent de beproevingen waardoor de ouders van Bernadette zijn gegaan: in vreugde zowel als in smart bemint de familie Soubirous God. Eenmaal religieuze geworden, zal Bernadette zeggen: “Als men weet dat God het toelaat, beklaagt men zich niet“. De gezondheid van Bernadette gaat achteruit maar haar ziel groeit. Teruggekomen vanuit Bartrès naar Lourdes om haar eerste H. Communie te doen, staat Bernadette aan de vooravond van de gebeurtenissen van 11 februari. Monseigneur Théas verklaart: “Zonder haar tegenwoordigheid en haar handeling te onthullen wordt de Onbevlekte opvoedster van het nederige kind: zij schenkt haar veel genaden, maar vooral de smaak voor God, de behoefte aan God”. Wij zijn de kinderen van God en van O.L.Vrouw, die over ons waken. Hebben wij die behoefte aan God, die behoefte aan de aanwezigheid van de Heilige Maagd? Op donderdag 18 februari hebben twee vrome dames van Louise Soubirous vernomen dat Bernadette weer naar de grot gaat: zij hebben zelf beloofd met haar mee te gaan. Op die dag, de dag na Aswoensdag, vraagt de dame: “Wil je me het plezier doen hier 15 dagen achtereen te komen?”. De H. Maagd legt aan Bernadette het plan voor van haar komst op deze aarde en, als in weerklank van het verhaal van het Evangelie, zegt zij tegen het kind: “Ik beloof niet je gelukkig te maken in deze wereld, maar in de andere”.

Op 19, 20, 21 en 23 februari beschouwt Bernadette bij de grot in stilte de Mooie Dame. Van de geheime gesprekken tussen de Hemelkoningin en Bernadette heeft ons niets bereikt. We moeten uit deze eerste stille verschijningen de les trekken van de meegaandheid met de genade. De verschijningen beginnen met een uitnodiging, waaraan de instemming van Bernadette antwoordt. Aan een priester die haar zei, dat ze gelukkig was omdat de H. Maagd haar de hemel had beloofd, antwoordde het nederige kind: “Ik moet hem nog verdienen…”. Daar heeft men heel het leven van Bernadette in het kort. De eerwaarde heer Peyramale schrijft aan Bernadette, een jaar na haar geloften in Nevers: “Uw missie van de grot is ten einde. Werk aan uw heiliging, leef van het verborgen leven in Jezus, geef tegenover God blijk van uw dankbaarheid voor de gunsten die Hij u heeft verleend door een voorbeeldig leven te leiden in het huis dat u heeft opgenomen”. In Lourdes zegt O.L.Vrouw tegen ons, evenals tegen Bernadette, naar God te luisteren en Hem te antwoorden met heel de eenvoud en oprechtheid van ons hart. De eenvoud karakteriseert de ziel van Bernadette: heel haar leven was slechts een Fiat, onophoudelijk herhaald sinds het “ja” dat zij tot Maria richtte op 18 februari 1858. Men zou kunnen zeggen van de verschijningen van Lourdes, dat zij als een geleefde rozenkrans zijn: de verschijningen van 18 tot 21 februari zijn als de blijde geheimen ervan.

Betekenis van de Verlossing…

Van woensdag 24 tot zondag 28 februari komt men in de cyclus van de verschijningen die behoren tot de droevige geheimen. Drie keer spreek de dame de welbekende woorden: “Boete, boete, boete, je moet tot God bidden voor de zondaars, ga de grond kussen voor de bekering van de zondaars”. Op 25 februari moet Bernadette het water van de bron drinken, dat op dat ogenblik geen drinkwater is en, zij moet zich ermee wassen. Zij eet het gras dat zich op die plaats bevindt, en heel de menigte ziet dit schouwspel dat de zieneres voor een gek laat doorgaan. Pater Ravier verklaart deze cyclus van de verschijningen: “De ellende van de Soubirous en van Bernadette is niet veranderd: men woont nog altijd in de gevangenis, François heeft nog altijd geen vast werk. Het dagelijks brood blijft onzeker naarmate Bernadette krachtig geld en cadeaus weigert. De gebeurtenissen hebben de zorgen en problemen zelfs vermeerderd. De schaduw van Jacomet bedreigt iedereen, met zijn gendarmes (politie) en ondervragingen, met zijn dreigingen met de gevangenis. Dat alles weegt zwaar op de gezondheid van Bernadette. Toch dringt het licht van Massabielle door in het krot evenals in de zielen. Hoewel Aquéro (zo noemde Bernadette de dame: Aquéro wil ‘dat’ zeggen in het dialect van Lourdes) langzaam was geweest met het zeggen van haar naam, bracht Bernadette van de grot een vrede en een aanstekelijke zekerheid mee. Nu is haar een grotere ellende aangekondigd dan de honger, de armoede en de ziekte. Aquéro, de zo goede en stralende dame, heeft haar gevraagd te bidden voor de zondaars en boete te doen voor hen. De zonde, dát is de werkelijke ellende; de zondaars díe zijn de echte armen onder de armen. Door deze openbaring wordt de inwendige wereld van Bernadette gevormd; zij dringt inniger door in het mysterie van de Verlossing”. Pater Douce, marist, geeft in 1874 aan zuster Marie-Bernard de raad: “Herinner u dikwijls dit woord, dat door de H. Maagd is uitgesproken: boete, boete, boete. U moet de eerste zijn om haar in praktijk te brengen. Lijd daarom geheel in stilte onder uw medezusters voor deze intentie, opdat Jezus en Maria verheerlijkt worden”.

In het licht van deze les moet het belang van Lourdes begrepen worden – en in het christelijk leven – van de kruisweg, van het offer van zichzelf in de ziekte en het lijden, en ook van de mysterieuze tussenkomst van de Voorzienigheid die de zielen en de lichamen geneest. Monseigneur Gauthey, aartsbisschop van Besançon schreef in 1912: “De H. Maagd te zien is een unieke gunst; maar de H. Maagd na te volgen in haar nederigheid, zich klein en verborgen te houden wanneer men een grote rol heeft gespeeld, het lijden te aanvaarden tot het te beminnen toe, om zich aan te passen aan Onze Heer, dat is nog mooier en dát maakt heilig”.

Eucharistische boodschap

Vanaf maandag 1 maart tot donderdag 25 maart komt men in de cyclus van de verschijningen die overeenkomen met de glorievolle geheimen: dat is het “Pinksteren” van Lourdes. De Heilige Maagd vraagt aan Bernadette om boodschapster te zijn bij de priesters opdat men hier een kapel laat bouwen. Wie kapel zegt, zegt altaar, zegt H. Mis… Zij vraagt ook dat men hier in processie komt: heel het mysterie van de Kerk profileert zich in de wensen van Onze-Lieve-Vrouw. Monseigneur Theas verklaart: “Het eucharistische geloof is niet verzwakt in Lourdes, het wordt er integendeel dagelijks bevestigd en op de meest ontroerende en de meest plechtige manier. Nergens vindt het zulke aangrijpende, enthousiaste en ook boeiende accenten als in Lourdes, tijdens de Sacramentsprocessies. Zoals de H. Pius X het schreef, dit heiligdom straalt uit over de katholieke wereld, tegelijkertijd als het centrum van de Mariaverering en als de luisterrijkste troon van het eucharistische mysterie. Lourdes is werkelijk de stad van de H. Hostie”.

Lat ons niet vergeten dat het verlangen naar de Eucharistie de kleine Bernadette naar Lourdes heeft doen terugkeren: zij wilde er haar eerste H. Communie doen! Op 3 juni 1858 ontvangt Bernadette voor de eerste keer het Lichaam van Christus. De volgende dag antwoordt Bernadette aan Emmanuelle Estrade die haar vraagt: “Waardoor ben je gelukkiger geworden, door de eerste Communie of door de verschijningen?” “Het zijn twee dingen die samengaan, maar die niet vergeleken kunnen worden. Ik ben heel gelukkig geweest bij allebei”.

Aan het eind van haar leven zal de zieke dochter van de molenaar deze vergelijking hebben: “Ik ben gemalen als een graankorrel”. Naar het voorbeeld van Jezus heeft zij haar leven gegeven voor de zondaars in vereniging met de Verlosser die zich iedere dag voor ons opoffert op het altaar. “De enige glorie van het heiligdom van Lourdes bestaat in het feit dat de volkeren er van overal vandaan door Maria worden getrokken tot de aanbidding van Jezus Christus in het allerheiligst Sacrament, zodat dit heiligdom, tegelijk centrum van mariale verering en troon van het eucharistisch geheim, naar het lijkt alle andere in de katholieke wereld overstijgt”. Dit zijn de woorden van de H. Pius X, de paus van de Eucharistie, op 25 april 1911. Men zal opmerken dat de belangrijkste verschijningen plaats hebben op donderdag, de dag van de Eucharistie: donderdag 11 februari, donderdag 18 februari, donderdag 25 februari en donderdag 25 maart. De verschijningen van Lourdes nodigen ons uit, ons leven te verenigen met het Offer van Onze Heer in de Mis, opdat ons leven langzamerhand een geleefde H. Mis wordt.

Immaculada Councepcion

De betekenis van de verschijning van 25 maart moeten we een beetje toelichten. Tot viermaal toe vraagt Bernadette aan de Dame haar naam: “Que soy era immaculada councepcion – Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”. Pater Kolbe geeft graag commentaar op deze verschijning die lijkt op die van God aan Mozes. God zegt: “Ik ben die ben.” : Hij is het zijn dat Hij bezit. Op dezelfde manier zegt Maria: “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”: zij is het voorrecht dat zij heeft. “Deze woorden zijn gekomen van de lippen van de Onbevlekte zelf. Zij zeggen precies wat zij is, deze naam is de definitie van de Onbevlekte”. Pater Ravier, op zijn beurt, verbindt dit woord van Onze Lieve Vrouw aan de cyclus van de “droevige” verschijningen: “alle feiten van Massabielle, alle gebaren van Bernadette, alle woorden van de dame van licht laten zich samenvatten in deze twee woorden: boete, bidt God om de bekering van de zondaars, en Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis. Andere keren is de H. Maagd verschenen aan bevoorrechten; andere keren heeft zij de mensen gesmeekt zich te bekeren en te leven volgens de verlossing van Christus. Dit maakt van de oproep van Lourdes een unieke oproep d.w.z. dat de H. Maagd hier de reden van haar oproep heeft gegeven. Zij heeft haar titel verklaard om haar dringend verzoek tot ons te richten. Zij heeft in een zelfde verklaring verkondigd wat niet gescheiden zou moeten worden in ons christelijk geloof: de ernst van de zonde en de overwinning van Christus over de zonde. Zij heeft werkelijk het recht ons op te roepen tot de boete, Zij die door een volmaakte ervaring de goddelijke waarde van de genade, de prijs van het lijden en de schoonheid van de hemel kent. Wat is de boodschap van Lourdes eenvoudig! Wat is zij diep! Als herhaling van de evangelische boodschap, vertelt zij ons weer op haar manier de tragiek en de grootheid van onze geestelijke roeping”.
Opmerkelijk is het providentieel samenvallen van Maria-Boodschap (25 maart) en de woorden van O.L.Vrouw tot Bernadette. Pater Ravier spreekt van het “wonderbaarlijke parallellisme van de woorden en de houdingen van de Maagd in deze twee scènes; Ik ben de dienstmaagd des Heren; Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis. Hier en daar is er bij de H. Maagd dezelfde nederigheid, dezelfde erkenning van het mysterie in Haar, dezelfde aanbidding. In de grot van Lourdes zowel als in het kamertje van Nazareth, is het dezelfde algehele overgave aan de wil van de Heer. Het mysterie van de Onbevlekte Ontvangenis vormt de kern van het mysterie van onze verlossing”. Men kan opmerken dat men zich op deze donderdag 25 maart in de liturgische passietijd bevindt: blijde en droevige geheimen verenigd voor de glorie van God en het heil van de wereld.

Lourdes… voor de zondaars:

De verschijningen van Pasen (7 april) en van vrijdag 16 juli voltooien de cyclus van de 18 verschijningen van O.L.Vrouw van Lourdes. Evenals de eerste zijn zij zwijgend. Bernadette zal van de laatste hemelse ontmoeting zeggen: “Zij verscheen me op de gewone plaats zonder me iets te zeggen, ik heb haar nog nooit zo mooi gezien”. De getuigen konden op haar gezicht en heel grote vreugde zien. Men vindt hier weer het contemplatieve aspect van de verschijningen van Lourdes: Onze Lieve Vrouw nodigt ons uit om evenals Zij onze blikken naar de hemel te wenden, om stilte te verwekken in onze ziel om God terug te vinden. Men kan in het voorbijgaan opmerken dat de laatste verschijning plaats heeft op de dag van het feest van O.L.Vrouw van de Berg Karmel (Bernadette draagt het schapulier): in Fatima verschijnt O.L.Vrouw van de Berg Karmel op 13 oktober 1917, op die dag de cyclus van haar verschijningen aan de drie herdertjes afsluitend. Er ligt daarin een providentieel verband dat vol betekenis is voor de bestemming van de wereld en van de Kerk …

De eerwaarde heer Laurentin verklaart de betekenis van de verschijningen van O.L.Vrouw aan Bernadette: “Teruggebracht tot haar eenvoudigste uitdrukking zou de boodschap van Lourdes zo geformuleerd kunnen worden: de H. Maagd Maria zonder zonde komt de zondaars ter hulp. En voor dit effect stelt Zij drie middelen voor, die ons terugvoeren tot het Evangelie: de bron van levend water, het gebed en de boete. Dit programma lijkt alledaags en is het ook. Het leert ons niets nieuws; en het wil ons niets leren wat wij niet al weten. Het is een bezielende herinnering en wil dat ook zijn.

Drie middelen

Lourdes is als uitgangspunt het kleinste zaad: een arm kind dat in een rotsholte kijkt, de grond kust, water drinkt, haar rozenhoedje bidt en enkele woorden herhaalt die ons niets “leren”, en dat zaadje wordt een grote boom, een van de belangrijkste bewegingen van mensenmassa en van genade, die er op de planeet is. Men gaat er heen voor het enig noodzakelijke, meer voor de genezing van de zielen dan voor de genezing van de lichamen, meer voor de genade dan voor de charisma’s. Men gaat steeds meer van het uiterlijk naar het innerlijk zelf van de boodschap, van de tekens naar de realiteit, naar de genade van Lourdes, genade van gebed en boete, christologische genade en genade van christelijke solidariteit, waarheen de Maagd ons leidt”. De verschijningen van Lourdes zijn geen nieuwe boodschap, zij zijn een nieuwe genade.

Een kleine geschiedenis illustreert deze waarheid :”Ik was in Cauterets op het ogenblik waarop men zoveel sprak over de verschijningen van Lourdes. Ik geloofde er niet méér in dan in het bestaan van God: ik was een van het goede pad afgedwaalde en, wat erger is, een atheïst. Toen ik in een krant gelezen had dat Bernadette op 16 juli (1858) een verschijning had gehad, en dat de Maagd naar haar geglimlacht had, besloot ik me als nieuwsgierige naar Lourdes te begeven en de kleine op een leugen te betrappen. Ik ga naar de Soubirous en vind Bernadette op de drempel bezig kousen te stoppen. Na een lange ondervraging over de verschijningen zeg ik haar tenslotte: “Hoe glimlachte zij, deze mooie dame?” Het herderinnetje keek me met verwondering aan, daarna, na een ogenblik van stilte: “O, meneer, men zou van de hemel moeten zijn om die glimlach na te doen”. – “Kun je hem niet nadoen voor mij? Ik ben een ongelovige en geloof niet in je verschijningen”. Het gezicht van het kind versombert: “Dus, meneer, u gelooft dat ik een leugenaarster ben?” Ik voel me ontwapend. Nee, Bernadette was geen leugenaarster, en ik stond op het punt neer te knielen om haar vergiffenis te vragen. “Omdat u een zondaar bent,” hernam zij, “zal ik de glimlach van de H. Maagd voor u nadoen.” Het kind stond heel langzaam op, voegde de handen samen en glimlachte even op een hemelse manier die ik nooit op sterfelijke lippen had gezien. Haar gezicht verhelderde tot een verbluffende glans. Zij glimlachte weer, de ogen naar de hemel gewend. Ik bleef roerloos voor haar staan, ervan overtuigd de glimlach van de Maagd gezien te hebben op het gezicht van de zieneres. Sindsdien draag ik, in het binnenste van mijn ziel, deze glimlach. Ik heb mijn vrouw en mijn twee dochters verloren, en het lijkt me dat ik niet alleen op de wereld ben. Ik leef met de glimlach van de Maagd. Moeder Marie-Thérèse Bordenave vult dit verhaal aan: “De bezoeker was zo ontroerd dat hij naar de grot ging en zich bekeerde.”

Zelfs toen zij in Saint Gildard in Nevers was, leefde Bernadette in Massabielle: “Alle dagen ga ik bij de grot in gedachte mijn kleine pelgrimstocht maken”. Bij het verlaten van Lourdes had zij gezegd: “De grot was mijn hemel”. Als zij schrijft aan de zusters van het hospitium van Lourdes, maakt zij een afspraak met hen bij de grot: “Daar zult u me in de geest vinden, aan de voet van die rots waarvan ik zoveel houd”.

Bron: http://www.stpiusx.nl