Bij het vertalen van alle Eucharistische erkende belevenissen, kwam ik het volgende verhaal tegen. Zij werd 13 jaar lang alleen door de H. Eucharistie gevoed:
Z. ALEXANDRIANA MARIA DA COSTA
Portugal, 1904 – 1955
Alexandrina werd verlamd toen ze 21 jaar was als gevolg van een ernstig incident waarbij zij vluchtte voor gewelddadigheid. Zij wilde niet overmand worden door droefheid en eenzaamheid maar dacht: ”Jezus U bent een gevangene in het Tabernakel zoals ik hier lig op mijn bed, zo kunnen wij elkaar gezelschap houden.” Boven op het lichamelijk lijden van de verlamming kwam er ook nog het mystiek lijden bij. Vier jaar lang zag zij elke vrijdag de pijnen van het Kruis en na deze periode at zij 13 jaar lang tot aan haar dood alleen maar de H. Eucharistie. Haar leven werd een voortdurend gebed voor de bekering van de zondaars.
Alexandrina Maria werd geboren in Balasar, Portugal op 30 maart 1904. Zij was 14 jaar toen zij ontsnapte aan een aanval van 3 mannen en om haar zuiverheid te bewaren sprong zij uit het raam, maar dit ging niet zonder verwondingen. De consequentie was verschrikkelijk, maar niet direct. Eigenlijk pas 7 jaar later werd zij bedlegerig door een progressieve toenemende verlamming, waar aan zij 30 jaar van haar leven zou lijden. Toch wanhoopte ze niet naar vertrouwde zichzelf toe aan Jezus met de woorden: ”U bent gevangen in het Tabernakel en ik ben gevangen op mijn bed om Uw Wil te doen, dus kunnen wij elkaar gezelschap houden.” Daarna kreeg zij steeds meer mystieke ervaringen en vanaf vrijdag 3 oktober 1938 tot maart 1942 beleefde zij ongeveer 182 keer het lijden van het Kruis. Begin 1942 tot aan haar dood werd Alexandrina gevoed door slechts deH. Eucharistie en tijdens een periode van herstel in het Foce del Douro hospitaal bij Oporta was zij 40 dagen en nachten onder toezicht van verscheidene doctoren die bemerkten haar absolute vasten en afwezigheid van urine. Na 10 lange jaren van verlamming die zij had opgeofferd voor de bekering van de zondaars verscheen Jezus haar op 30 juli 1935 en zei tot haar: ”Ik heb je op de wereld gezet zodat jij mag leven alleen van Mij, om te getuigen naar de wereld hoe kostbaar de Eucharistie is. De sterkste boeien die de zielen gevangen houdt aan Satan, is het vlees en de zonden van onkuisheid. Nog nooit is er zo’n grote onzuiverheid, hekserij, en misdaad geweest zoals nu. Nog nooit waren er zoveel zonden…. Zie, de H. Eucharistie, Mijn Lichaam en Bloed, is de redding van de wereld.” Maria verscheen ook aan haar op 12 september 1949 met de Rozenkrans in haar hand en ze zei: ”de wereld is in doodsstrijd en sterft in zonde. Ik vraag om gebed en boete. Ik bescherm met deze Rozenkrans al diegenen die ik liefheb en de hele wereld.” Op 13 oktober 1955 de verjaardag van de laatste verschijning van de H. Moeder van Fatima riep Alexandrina uit: ”ik ben gelukkig, ik ga naar de Hemel.” Zij stierf om 7.30 uur ’s avonds op die dag.
Ontvangen van: Br. H v.d. W
wat is dit een mooi bewijs dat god bestaat en zielen redt door eenvoudige mensen ,die niet bang zijn om te lijden voor de Heer