Een ‘nieuwe’ kerk zullen wij [demonen] stichten, een ‘nieuwe’ kerk die van de menselijke heerlijkheid…
Die kerk zal haar martelaren hebben, haar onnozelen en haar heiligen. Die nieuwe kerk, waarin elke mens een deel is van het geheel, van het mystieke lichaam van mens en staat. Die kerk zal ook haar priesters hebben, hogepriesters en kardinalen. Een paus zal die kerk hebben. Hem zal de wereldheerschappij toevallen. De kerk van de mensheid. De kerk waarin het evangelie van de goedheid wordt verkondigd, van gelijkheid, van broederschap, van liefde, van vriendschap, van het plan. Wij brengen een nieuw evangelie, dat van de menselijkheid. De mens kan van de aarde een paradijs maken. Hij heeft de steen der wijzen gevonden nu hij in zichzelf afdaalt en niet naar boven, maar naar zichzelf kijkt.
De wetenschap zal hem een nieuwe maatschappij doen opbouwen, waarin de mens zal heersen, de beste mens. Die mens zal geen beperkingen meer mogen ondervinden. Die mens zal zijn daden niet laten afhangen van zijn geweten, dat in relatie staat met hogere machten. Nee! Dat is egoïsme! Deze mens zal zijn daden toetsen aan wat zij voor anderen betekenen. Deze mens zal gebroken hebben met alle overleveringen en kerkelijke traditie. De mensen zullen vrij zijn en niet meer in de ketenen van de overlevering geslagen zijn, in de boeien die zij zelf gesmeed hebben. De kerk zal een sociale kerk zijn. Zij zal eens te meer het welzijn van de mensen op aarde willen bevorderen en het lijden op aarde verhelpen.
Uit: “De Duivel in het Wondere Leven van de Pastoor van Ars” door H. A. Lunshof – Elsevier, Amsterdam,1953.
Dit is op 2012-2016: de grote verdrukking herblogd.