Het apostolaat van het gebed, offer en van de daad

DSCI0613 (2)

“Ik spreek heel eenvoudig tot je over verheven zaken, zo verheven dat de engelen er verstomd over staan”.

Uit het boek “Hij en ik” van Gabriëlle Bossis. Uit; Sint Petus Canisiusstichting.

De Vader spreekt:
Als Ik zie dat jullie naar Mij zoeken, zal Ik jullie dan ontlopen? Als Ik jullie angstig om Mij hoor roepen, zou Ik dan geen antwoord geven? Je weet het: de eerste mens, vol majesteit en goedheid, verwachtte Mij om zich bij Mij uit te spreken. Dan vond hij zichzelf op heerlijke wijze verzadigd bij die gesprekken met de Vader van zijn lichaam en geest.
Zo ook: Mozes, op de Sinaï. ZO de profeten. En zo de Zoon des mensen, in zijn eenzaamheid, ’s nachts en overdag. Zou je durven zeggen dat Ik de mensen ook nu niet tegemoet kom met de steun en troost van mijn Vaderschap? En daar de Godmens zich liet kruisigen in verschrikkelijke folteringen, om jullie, zie Ik Hem dan niet opnieuw in ieder van jullie? Hij, mijn Gezalfde, mijn enige Zoon? Ik hoor jullie stem en zijn stem. Mijn zegening daalt voor immer af over jullie die Mij getrouw wilt zijn. Geloof dat en beroof Mij niet van jullie roepen om hulp. Kun je je leven voorstellen zonder Mij? Zonder de heilige Communie? Of een vreugde die je niet met Mij deelt? Of een verdriet dat je Mij niet kunt toevertrouwen?

Bedenk dat er nu in de wereld kinderen zijn, die Ik liefheb en die Mij toch volledig vreemd willen blijven. Bid voor die armen. Jij bent juist daarom zo begiftigd met genadegaven ook opdat jij die anderen zou helpen. Vergeet dat niet!
Bid voor hen zoals je zou bidden voor Christus. Dat lijkt vreemd, niet waar? Maar bedenk dat alle mensen voor Mij zijn als zoveel Christussen. Je arbeidt niet aan de bekering van de mensen, omdat je die bekering nog niet ziet. Maar eens zullen de mensen die door jullie hulp gered werden, jullie met luid geroep hun dankbaarheid en liefde toeroepen. Want in de hemel heeft men elkaar zeer lief.
Daarom mijn kind: Draag zorg voor het Lichaam van Christus en voor zijn ledematen. Eer zijn Bruid, de kerk. Er is ter wereld niets zo groot, zo kostbaar, zo uitmuntend als de heiligheid van Christus, de Bruidegom, en van zijn Bruid: de kerk, behalve de glans van de Drieëenheid die alles wat haar toebehoort omvat en verlicht.

Waarom Ik je vraag om te bidden? Omdat het gebed de genade in werking stelt. Het is als de vlam die de kaars aansteekt. De eerste poging komt van de mens. Dan komt God. Altijd samen. Nooit God alleen, nooit alleen de mens. God en mens gaan samen. Zo is de wet van mijn liefde. Vind je die niet wijs en goed? Zou je vreugde niet groter worden als je onze eenheid verhaast door je verlangende beden en je uitroepen van liefde? Ik vind het heerlijk om door jullie uitgenodigd te worden. Wees niet bang om Mij te zeggen dat jullie naar Mij verlangen. Maak dat jullie Mij levendig voor de geest staan en spreek o direct mogelijk tot Mij. Dat is echt gebed: Het smeekgebed, het gebed van lof en dank, het gebed dat geheel liefde is. Geloof je ook niet dat zo’n liefdevol gebed, onmiddellijk op Mij gericht, zeer welsprekend is?
Heer, onze moeilijkheid is dat wij U die we liefhebben niet zien. Dan hebben wij lief in het halfdonker. Maar jullie hebben mijn leven en mijn dood toch tot in bijzonderheden? Kunnen jullie Mij niet waarnemen op deze of gene bladzijde van het Evangelie? En heeft jullie geloof geen oefening nodig en gelegenheid om verdienstelijk te zijn?
Zalig zij die geloven. Zalig zij die liefhebben zonder gezien te hebben. Het rijk van de heiligen, dat ben Ik, behoort hun toe.
En wat te zeggen van hen die Mij doen kennen aan anderen: de missionarissen, de verkondigers van het woord Gods, de schrijvers? Zij zullen een dubbel aandeel in het hemels gastmaal genieten: hun eigen deel, en delen in dit van hen, die zij er hebben binnengeleid. Zelfs degene die, al ware het maar een Onze Vader leert aan een enkel kind, of het heeft geleerd te zeggen: “Mijn God, ik houd van U”, zal mijn vreugde en dankbaarheid ervaren. Hij zal een nieuwe hemel smaken, want hij heeft Mij verheerlijkt. Kind, bid en houd niet op te bidden! Denk aan Christus tijdens zijn leven als Hij nachten in gebed doorbracht, en toen Hij bad aan het kruis. Voor wie bad Hij? Voor jou en alle mensen. Bid ook jij voor de anderen. Dan zal God zorgen voor jou.

Als je Mij beschouwt als de Liefdevolle, dan zie je het op de enig ware wijze. Ga in je herinneringen terug, dan zie je met hoeveel zorg Ik je omringd heb.
Heer, U hebt mij verladen! nu, verbaas je dan niet als Ik je vraag dat ook jij je medemensen overlaadt met goedheid, en wel allen: goeden en kwaden, mijn vrienden en mijn vijanden. Jij bent een kleed, geheel geweven van mijn barmhartigheid. Laat dit kleed allen bedekken die tot je omgeving behoren. Ik zal jou alles geven wat je daartoe nodig hebt, en tegelijk aan je naaste de nodige ontvankelijkheid. Maar je moet alleen handelen door Mij, en in mijn Naam. Want als het van jou afhangt… Maar dat weet je wel.
Laat geen gelegenheid voorbijgaan om dichter bij Mij te komen, en om Mij dichte bij de mensen te brengen. Je bereidt Mij er een grote vreugde mee. Later zal je de schoven tarwe zien, die je Mij gaf, en waarvan je niet wist dat je ze Mij gaf. Zeg me hoeveel schoven je nog bijeen wilt brengen voor mijn schuren. Zoveel zondaars! Zoveel heidenen! Zoveel ontrouwe christenen!… Aarzel niet om jezelf daarvoor aan te bieden. Wie zal Mij helpen als jullie, mijn trouwe vrienden, het niet doen!

DSCI0266

Ik heb op aarde nog langs vele wegen te gaan. Ik heb boodschappen die Ik overal moet laten doorklinken. Anderen gebruiken daarvoor radio. Ik bedien Mij van heel gewone mensen, van jou. Je bent geschapen naar mijn beeld en gelijkenis. En de liefde bindt ons.

Laat in je leven zien dat je mijn leerling bent. Laat Mij door jou bij de mensen voortleven. Mag Ik rekenen op jou? Jij kunt altijd rekenen op Mij! Mag Ik dit of dat werk voor mijn Rijk aan jou toevertrouwen?Dierbare Meester, ik ben U alles verschuldigd. Wil je werken aan de bekering van hen die je kent, en met wie je vertrouwelijk omgaat? Er zijn er die gevaar lopen. Weet je nog dat N.N. tegen je zei: “Wie zal voor me bidden als jij het niet doet.” Hij dacht aan zijn zondige relaties. Bid dus uit heel je hart voor de mensen die in geestelijke ellende zitten. Jij bent altijd in mijn gedachten en altijd zie Ik naar jou. Laat Mij ook steeds in jouw gedachten zijn en zie met blijdschap en liefde naar mij. En wees de brenger van mijn goed nieuws aan mijn broeders en zusters.

Voor de Vader, die alle tijden tezamen ziet, ben Ik nog altijd gekruisigd, het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt. Bied uit het diepst van je hart, vol liefde, dit brandoffer aan voor de redding van de wereld. Ia de wereld er niet méér dan ongelukkig aan toe? Kan de wereld zonder Mij herrijzen? Ik wil de wereld helpen, maar de wereld weigert mijn hulp. Spreek tot de Vader over zijn Zoon aan het kruis: dat Hij erbarme, dat Hij het Licht moge zenden aan de blinden en verstokten, aan hen die niet van Hem willen weten. Je spreekt tot een Vader, die ziet dat zijn Zoon sterft. Zal die Vader zich niet haasten om de laatste bede van zijn kind te verhoren? Jezus bede was: “Vader, vergeeft het hun, want ze weten niet wat zij doen.” Dit woord geldt ook nu. Een liefde zoals die van de Vader, zo sterk, zo trouw, zo verterend, zo vol fijn gevoel. Zo in niets gelijkend op alles wat je kent op aarde: een voldongen liefde. Die liefde is er nú.

DSCI0562 (2)

Geef er jezelf rekenschap van hoeveel je op één dag kunt bijdragen voor de bekering van de wereld! Beschouw mijn eindeloze macht en mildheid. Op aarde is mijn gerechtigheid gebonden door mijn barmhartigheid. Die barmhartigheid wordt bewogen door de beden van hen die Ik liefheb. Reken meer op mijn vergevingsgezindheid, zowel wat jezelf aangaat als wat betreft degenen die je Mij aanbeveelt. Je moet ver uitgaan boven al je verwachtingen. Geloof in een echt goddelijke vrijgevigheid. En bedenk: je zult worden verhoord in de mate dat je gelooft. Verwacht wat heel buitengewoon is. Heb je dat zelf al niet ondervonden? En versterkt dat je geloof en vertrouwen niet? Want Ik ben het die voorbijkomt. En kan Ik anders voorbijkomen dn als God? Vergelijk je met een zeeschip waarvan de dekken en ruimen worden versterkt, dat kostbare lading inneemt en dan met volle zeilen uitvaart om de lading veilig en snel naar verre kusten te brengen. Die verwachten het schip misschien wel niet, maar ze zijn gelukkig met de meegebrachte goederen. En stil gaat het grote schip weer terug over de gladde wateren om nieuwe lading in te nemen. En weer zal het alles wat het bevat afleveren. Kom lading innemen. Wees er zeker van dat je die krijgt.

Heb je niet een dubbel huis: de voorgevel en het interieur? Graag trek je je terug in je binnenste om Mij daar af te wachten. En als Ik zie dat je Mij verwacht kom Ik met al mijn gaven. Als jij door iemand wordt uitgenodigd, breng je altijd een cadeautje mee. En als je heel rijk was, zou je iets kostbaars meebrengen. Ik ben zeer rijk. Maar als een fijngevoelige vriend wil Ik niet te veel nadruk leggen op mijn gave en bied Ik je die op een onopvallende manier aan. Het kan dan de schijn hebben alsof het vanzelf kwam. Groot is mijn vreugde als jij dan zegt: “Hij was het.” Deze gave zal je innerlijk verrijken, maar moet ook naar buiten stralen. Je hebt niet het recht om mijn Licht verborgen te houden. Want het is de hoogste tijd dat het geheim van de Koning voor allen openbaar wordt gemaakt, zodat het Hart van de Koning alom beter begrepen en bemind wordt. Want wanneer Ik mijn liefde uitspreek aan een enkeling, dan verlang Ik vurig dat men begrijpt dat dit woord, tot een enkeling gesproken, voor allen geldt. Ik wil op aarde een vuur ontsteken. Dat vuur moet als een prairiebrand om zich heenslaan. Het moet gaan van dit land tot aan de verste einden van de aarde. Dan pas zal Ik als een jager, voldaan over de jacht, gaan rusten met mijn trouwe vrienden. Dan pas zal mijn opdracht als Verlosser vervuld zijn. Op de laatste dag, de dag van de grote triomf, zal Ik Mij voor stellen aan de Vader, samen met de door Mij geleide getrouwen. Mijn kind, laat alles wat de mensen bij je kunnen waarnemen, tot hen spreken van Mij; laat Mij geopenbaard worden in jou. Openbaar mijn liefde en barmhartigheid aan de onwetenden, de verbaasden, de zoekenden, de vreesachtigen, de lijdenden. Ik ben er voor iedereen. Help Mij dat ze dit inzien en laat ze naar Mij toekomen… Ik zal ze nooit meer laten gaan… want het is God die liefheeft…

Bron: https://greeth.wordpress.com/2016/01/18/het-apostelaat-van-het-gebed-offer-en-van-de-daad/

Een gedachte over “Het apostolaat van het gebed, offer en van de daad

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s