8 december
Vandaag vieren de Hemel en de verloste gelovigen op aarde Maria de onbevlekte Ontvangenis, dat wil zeggen de onbevlekte Woning, die waardig was Jezus, Gods enige Zoon, op aarde gekomen om de mensen te verlossen, te ontvangen.
“Gehuld in een mantel van heil”, zoals Jesaja het verwoord (Jes. 61:10), is Maria de nieuwe Eva, de Onbevlekte Ontvangenis. Zij is ook onze oneindig beminnende Moeder.
Waar nodig spreekt Zij voor ons bij God ten beste. Jubel van vreugde in de Heer. Vragen we vandaag de genade ten volle bewust te zijn, zoveel schatten te bezitten…
Oh, konden wij maar zoals onze Engelbewaarders dat doen haar schitterende schoonheid genadig aanschouwen…
Lees hier verder: http://medjugorje-bn.efpk.net/?archief=637
De Onbevlekte Ontvangenis is het meesterwerk van Gods’ barmhartige liefde, het is het diepste geheim van Maria’s waardigheid, het is de slagader van ons geloof, de diadeem van Gods Kerk.
De barmhartigheid is het rijkste en meest veelzijdige facet van Gods liefde. God bemint ons niet omdat we Hem waardig zijn, maar omwille van de erbarmelijke toestand waarin de zonde ons heeft geleid.
Maar de liefde is steeds de relatie van twee gelijklopende krachten. God, die het Wezen bij uitstek is, kan de zonde welke het niet is, niet beminnen. Welk zal dat het steunpunt worden van die Goddelijke liefde? De zondaar niet, want hij verdient Gods gerechtigheid en aangezien heel de schepping gebukt gaat onder de vloek van de zonde, komt hiervoor geen enkele mens in aanmerking. Om dit steunpunt te vinden zal God in zijn oneindige wijsheid en in zijn barmhartige liefde een schepsel vormen zo edel, zo schoon en verheven dat de volheid van de genade vermag te dragen. In zijn afhankelijkheid van God zal dit schepsel in zijn aard volmaakt wezen. Het zal vol van genade zijn, vrij van de erfschuld welke heel het mensdom heeft afgekeerd van het doel waarvoor het geschapen werd. Dit verheven, uitmuntende schepsel is Maria! De vrijwaring van het kwaad welke haar toelaat een rustplaats van de Goddelijke liefde te zijn is het uitmuntende voorrecht van haar onbevlekte ontvangenis. Waar de zonde woekert, zal de genade overstijgen. In de donkere duistere nacht van het kwaad, verschijnt zij als de “Stella matutina” de lichtende morgenster.
Zij is schoon en goed, zacht en lief. Zij is de Vrouwe bij uitstek. Geen prikkel, maar een zegen. Heel de liefde welke God van eeuwigheid koesterde en aan Zijn schepping wilde mededelen, heeft Hij in deze uitgelezen vrouw samengebracht. Tegenover haar zal elke roem verbleken, elke trots gebroken worden. Zij is de slagader van ons geloof, want langs haar zal alle genade ons geschonken worden. Zij is de diadeem van Gods Kerk. Omdat zij de levende cel is van waaruit de Kerk haar oorsprong moet nemen. Zij is de ideale gestalte naar wiens beeld zij moet groeien. Haar onbevlekte ontvangenis is de inzet van het verlossingswerk, waarvan haar moederschap de bekroning wordt. Door de overschaduwing van de H.Geest zal haar maagdelijkheid tot de hoogste vruchtbaarheid gebracht worden. Haar ongerepte maagdelijkheid wordt het appél tot haar Goddelijk moederschap. Wat geen geest kon bevroeden, wat geen mens kan verstaan, heeft in haar onbevlekt hart plaats gehad. Het niet versmelt zich met het al en de vrucht van deze liefde is God de Zoon zelf!
In Maria zullen we, in eeuwigheid haar ongereptheid en Gods almacht bewonderen!
TOEWIJDING AAN HET ONBEVLEKT HART VAN MARIA
“O Maria, machtige Maagd en Moeder van barmhartigheid, Koningin van de hemel en toevlucht van de zondaars, wij wijden ons toe aan uw Onbevlekt Hart. Wij wijden U toe ons wezen en ons gehele leven, alles wat wij bezitten, alles wat wij liefhebben, alles wat wij zijn. Aan U ons lichaam, ons hart, onze ziel. Aan U ons huis, ons gezin, ons vaderland. Wij willen dat alles in ons, alles rondom ons U toebehore en dele in de weldaden van uw moederlijke zegeningen. En opdat deze toewijding werkelijk krachtdadig en duurzaam weze, hernieuwen wij heden aan uwe voeten, o Maria, de beloften van ons doopsel en van onze Plechtige heilige Communie. Wij verbinden er ons toe de geboden van God en van de H. Kerk te onderhouden, in het bijzonder de heiliging van de zondag. Wij verbinden er ons toe in ons leven zoveel mogelijk de troostrijke gebruiken van onze heilige godsdienst te beoefenen, vooral de heilige Communie. Wij beloven U tenslotte, glorierijke Moeder Gods en tedere Moeder der mensen, ons van ganser harte te wijden aan uw gezegende dienst, om door het rijk van uw Onbevlekt Hart het rijk van het Hart van uw aanbiddelijke Zoon te verhaasten en te verzekeren in onze zielen, in ons dierbaar land en in de hele schepping, op aarde en in de hemel. Amen”.
Uit; L. Pirenne pr, Waarheid en Liefde, De pijlers van ons geloof, blz. 226-227 en 396.