Foto: Father Jose Maniyangat
Ik ben geboren op 16 juli 1949 in Kerala te India, geboren uit mijn ouders, Jozef en Theresa Maniyangat. Ik ben de oudste van zeven kinderen: Jose, Maria, Theresa, Lissama, Zachariah, Valsa en Tom.
Op veertienjarige leeftijd, ging ik naar het kleinseminarie St. Mary’s in Thiruvalla om mijn studie te beginnen voor het priesterschap. Vier jaar later ging ik naar St. Joseph’s Pauselijke Groot Seminarie in Alwaye, Kerala om mijn priesterlijke vorming voort te zetten. Na het voltooien van de zeven jaar van de Filosofie en Theologie werd ik priester gewijd op 1 januari 1975 om te dienen als missionaris in het bisdom Thiruvalla.
In 1978 tijdens het lesgeven in het St. Thomas kleinseminarie in Bathery, werd ik een actief lid van de Charismatische Beweging en begon het geven van charismatische retraites en conferenties in Kerala.
Op zondag 14 april 1985, het feest van de Goddelijke Barmhartigheid, was ik op weg om de H.Mis in een missiekerk in het noordelijke deel van Kerala te celebreren, onderweg kreeg ik een dodelijk ongeval. Ik reed met de motorfiets en werd frontaal aangereden door een jeep bestuurt door een man die dronken was, na een Hindoe festival. Ik werd in allerijl naar het ziekenhuis gebracht op ongeveer 35 mijl afstand. Op de weg naar het ziekenhuis kwam mijn ziel uit mijn lichaam en ik had een doodervaring. Onmiddellijk ontmoette ik mijn beschermengel. Ik zag mijn lichaam en de mensen die mij droegen naar het ziekenhuis. Ik hoorde ze huilen en bidden voor mij. Op dit moment vertelde mijn engel mij: “Ik ga u naar de hemel voeren, de Heer wil je ontmoeten en zal met u spreken”. Hij zei ook dat hij op de weg naar de Hemel mij de hel en het vagevuur zou laten zien.
Ten eerste, begeleidde mijn Engelbewaarder me naar de hel. Het was een afschuwelijk gezicht! Ik zag de satan en de duivels, een onblusbaar vuur van ongeveer 2000 graden Fahrenheit, wormen kruipen, mensen schreeuwen en vechten, anderen werden gemarteld door demonen. De engel vertelde me dat al dit lijden te wijten was door gebrek aan berouw voor hun doodzonden. Toen begreep ik dat er zeven niveaus van lijden zijn, afhankelijk van het aantal en de aard van doodzonden begaan in hun aardse leven. De zielen zagen er erg lelijk, wreed en gruwelijk uit. Het was een angstige ervaring. Ik zag mensen die ik kende, maar het werd mij niet toegestaan om hun identiteit te onthullen. De zonden waarvoor zij waren veroordeeld, waren vooral abortus, homoseksualiteit, euthanasie, haatgevoelens, niet willen vergeven en heiligschennis. De engel vertelde me, dat indien zij berouw hadden getoond, zij de hel hadden kunnen vermijden en in plaats daarvan het vagevuur te moeten ondergaan. Ik begreep ook dat sommige mensen die zich willen bekeren van deze zonden op aarde kunnen worden gezuiverd door hun lijden. Op deze manier kunnen zij het vagevuur vermijden en gaan rechtstreeks naar de hemel.
Ik was verbaasd toen ik in de hel zelfs Priesters en Bisschoppen zag, van wie sommigen ik nooit verwacht zou hebben dat zij in de hel zijn. Velen van hen waren daar, omdat ze de mensen met valse onderwijs en het slechte voorbeeld, hadden misleid.
Na het bezoek aan de hel, begeleidde mijn Beschermengel me naar het vagevuur. Ook hier zijn er zeven niveaus van lijden en onblusbaar vuur. Maar het is veel minder intens dan de hel en er was geen ruzie of vechten. De belangrijkste leed van deze zielen is hun scheiding van God. Sommigen van hen in het vagevuur hadden talrijke doodzonden gepleegd; maar ze hebben zich verzoend met God voor hun dood. Hoewel deze zielen lijden, genieten zij toch van de vrede en de wetenschap dat ze op een dag God zullen zien van aangezicht tot aangezicht.
Ik had een kans om te communiceren met de zielen in het vagevuur. Ze vroegen me voor hen te bidden en het aan de mensen te vertellen dat het goed is voor hen te bidden, omdat ze dan snel naar de hemel gaan. Wanneer we bidden voor deze zielen zullen we hun dankbaarheid ontvangen door hun gebeden en als ze eenmaal de hemel binnengaan worden hun gebeden voor ons verdienstelijk.
Het is moeilijk voor mij om te beschrijven hoe mooi mijn Beschermengel is. Hij is stralend en helder. Hij is mijn constante metgezel en helpt me in al mijn situaties, vooral mijn geestelijke genezing. Ik ervaar zijn aanwezigheid overal waar ik ga en ik ben dankbaar voor zijn bescherming in mijn dagelijks leven.
Vervolgens begeleidde mijn engel me naar de hemel door een grote schitterende witte tunnel. Ik heb nog nooit zoveel vrede en vreugde in mijn leven meegemaakt. Meteen daarna opende de hemel en ik hoorde de meest verrukkelijke muziek, die ik nooit eerder had gehoord. De engelen zongen en prezen God. Ik zag al de heiligen, en in het bijzonder de Heilige Moeder en St. Joseph, en vele toegewijde heilige bisschoppen en priesters die schitterden als sterren. En toen ik voor de Heer verscheen, zei Jezus: “Ik wil je terugsturen naar de wereld. In jouw tweede leven zul je een instrument van vrede en genezing voor mijn volk zijn. Je zal in een vreemd land lopen en een vreemde taal spreken. Alles is mogelijk voor u met mijn genade.” Na deze woorden, vertelde de Heilige Moeder mij: “Doe wat Hij u zegt. Ik zal u helpen in uw situaties.”
Woorden kunnen de schoonheid van de hemel niet uitdrukken. Daar vinden we zoveel vrede en geluk, dat miljoenen malen onze verbeelding te boven gaan. Onze Heer is veel mooier dan welk beeld kan overbrengen. Zijn gezicht is stralend en lichtgevend en mooier dan duizend stijgende zonnen. De foto’s die we zien in de wereld zijn slechts een schaduw van zijn heerlijkheid. De Heilige Moeder stond naast Jezus; Ze was zo mooi en stralend. Geen van de beelden die we zien in deze wereld kan vergelijken worden met haar echte schoonheid. De hemel is onze echte thuis, we zijn allemaal gemaakt om naar de hemel te gaan en God voor eeuwig te genieten. Toen kwam ik terug naar de wereld met mijn engel.
Terwijl mijn lichaam in het ziekenhuis was, voltooide de arts alle onderzoeken en verklaarde dat ik dood was. De oorzaak van de dood was het bloeden. Mijn familie was op de hoogte gebracht en omdat zij ver weg woonden, besloot het ziekenhuispersoneel mijn lijk naar het lijkenhuis te brengen, omdat het ziekenhuis geen airco had, waren ze bezorgd dat het lichaam snel zou ontbinden. Toen ze mijn lijk naar het lijkenhuis brachten, kwam mijn ziel terug in het lichaam. Ik voelde een ondraaglijke pijn vanwege de vele wonden en botbreuken. Ik begon te schreeuwen en toen werd de mensen bang en rende schreeuwend weg. Een van hen benaderde de dokter en zei: “het dode lichaam schreeuwt.” De dokter kwam om het lichaam te onderzoeken en vond dat ik nog leefde. Dus zei hij: “De pater leeft, het is een wonder, neem hem terug naar het ziekenhuis.”
Nu, terug in het ziekenhuis, gaven ze me bloedtransfusies en ik werd meegenomen naar een operatiekamer om de gebroken botten te herstellen. Zij werkten op mijn onderkaak, ribben, heupbeen, polsen en rechterbeen. Na twee maanden werd ik ontslagen uit het ziekenhuis, maar mijn orthopedische dokter zei dat ik nooit meer zou kunnen lopen. Ik zei toen tegen hem: “de Heer die me mijn leven terug gaf en mij terugstuurde naar de wereld, zal mij genezen.”
Eenmaal thuis waren we allemaal aan het bidden voor een wonder. Na een maand is het gips verwijderd en ik was nog niet in staat om me te bewegen. Maar op een dag tijdens het bidden voelde ik een buitengewone pijn in mijn bekken. Na een korte tijd verdween de pijn volledig en ik hoorde een stem zeggen: “U bent genezen. Sta op en wandel.” Ik voelde de vrede en de helende kracht in mijn lichaam. Meteen stond ik op en wandelde. Ik prees en dankte God voor het wonder.
Ik informeerde mijn dokter met het nieuws van mijn genezing en hij was verbaasd. Hij zei: “Uw God is de ware God, ik moet uw God gaan volgen.” De dokter was Hindoe en hij vroeg me om hem over onze kerk te leren. Na het bestuderen van het geloof, doopte ik hem en werd hij katholiek.
Naar aanleiding van het bericht van mijn beschermengel, kwam ik op 10 november 1986 in Verenigde Staten aan als missionaris. Ten eerste, werkte ik in het bisdom van Boise, Idaho van 1987 tot 1989 en toen werd ik directeur van Gevangenis in het bisdom van Orlando, Florida van 1989 tot 1992.
Vele gebedsgenezingen heb ik mogen houden, waarbij veel mensen zijn genezen zowel lichamelijk als geestelijk.